Nepvrienden

Nepvrienden, je hebt vast wel eens van dit begrip gehoord of er helaas zelf mee te maken gehad. In dit artikel vertel ik over mijn eigen ervaring met nepvrienden en waarom het toch echt beter is om ‘dan maar alleen’ te zijn.

Basisschool

Mijn eerste ervaring met nepvrienden begon al op de basisschool. Vanwege mijn diagnoses ADHD en autisme gedroeg ik mij anders dan de andere kinderen, en dat werd al snel opgemerkt. Onbewust wilden klasgenoten liever omgaan met kinderen die wel ‘normaal’ waren. Dacht ik dat ik vrienden had gemaakt, dan bleken ze toch liever tikkertje te spelen zonder mij.

Als klein kind denk je daar nog niet zo overna. Je gevoel is nog niet zo ontwikkeld dat je gaat twijfelen aan jezelf of aan de mensen waarmee je omgaat. Ik deed dat in ieder geval niet. Tot in groep 8. Ik had een meisje leren kennen op schoolreisje waarmee het goed klikte. Ik zag haar het schooljaar lang als mijn eerste echte vriendin, na lange tijden van gepest worden en geen vrienden hebben. 

Die blijdschap verdween toen ik op de avond van de eindmusical werd buitengesloten door haar en haar vrienden.

De middelbare school

Veel tijd om er diep overna te denken had ik niet, want voordat ik het wist was de zomervakantie voorbij en ging ik naar de brugklas. Daar leerde ik een groepje meiden kennen waar ik graag mee om ging. Met in het bijzonder één meisje waarbij ik ook over de vloer kwam. We hadden het eens over vriendschap en ze zei dat ze mij als vriend beschouwde. Ik, iemand die ‘nog nooit’ vrienden had gehad, was super enthousiast. 

Een paar maanden later was ze ineens de dikste vriendinnen met iemand anders uit het groepje en werden afspraken met mij afgezegd omdat ‘ze zich niet lekker voelde’. Aan een dood paard trekken heeft geen zin, dus na een tijdje liet ik haar los en beleefde ik de eerste twee jaar middelbare school als vanouds; zonder vrienden.

Tot in de derde. Toen ontmoette ik vier meiden waarmee het al snel goed klikte. Ik was ontzettend blij dat ik vrienden had gemaakt en met z’n vijven deden we vaak leuke dingen. Met één meid in het bijzonder sprak ik zelfs bijna elke week af. Ik voelde me voor het eerst gezien en geliefd en waardeerde de vriendschappen enorm. 

De eerste scheurtjes ontstonden in het vierde jaar, toen we opgesplitst werden en ik alleen met die beste vriendin in de klas kwam. Ineens begon zij andere vrienden te maken, wat opzich prima is, maar mij betrok ze daar niet bij ‘omdat ik bij de andere vriendengroep hoorde’. Dat hield in dat ze niet meer naast mij ging zitten in de klas en ik in het weekend kon genieten van filmpjes die ze doorstuurde, waarin ze aan het logeren was met haar nieuwe vrienden.

Ik had toen al door moeten hebben dat ik aan de kant geschoven werd, maar ik had het veel te druk met mijn diploma halen en een vervolgopleiding zoeken. In de zomervakantie daarna was ik altijd diegene die initieerde om met z’n allen af te spreken, maar elke keer vonden ze het belangrijker om te gaan werken. Dat ons groepje uit elkaar viel heeft me veel pijn gedaan, omdat dat mijn eerste vriendschappen waren die voor een lange tijd hadden geduurd.

Vervolgopleiding

Toen ik startte met mijn opleiding ging alles nog meer mis. Ik kwam met die beste vriendin in de klas en nog iemand anders van het groepje. Ik was ervan overtuigd dat ik gewoon met hen kon omgaan, aangezien we nog steeds vrienden waren. 

Niets was minder waar toen zij een nieuw groepje hadden gevonden waarvan ik buitengesloten werd. Moet je je voorstellen: je komt op een nieuwe school, nieuwe leraren, nieuwe lessen, nieuwe mensen, je hebt geen idee wat je te wachten staat en de mensen waarop je dacht te kunnen terugvallen laten je keihard vallen.

Ik heb nog geprobeerd om met haar te praten, maar ze was niet voor rede vatbaar. Ze was altijd al vrij egocentrisch geweest, maar dit sloeg alles. In haar ogen had ze namelijk niks fout gedaan. Ik besloot om voor eens en altijd een punt achter de vriendschap te zetten.

Ondertussen had ik thuis wel vrienden gemaakt. Eén meid uit de tweede klas van de middelbare, waar ik dus pas later mee omging, en een andere meid die ik had leren kennen bij een vereniging. Ik had inmiddels de zoektocht naar vriendschap op school opgegeven, omdat daar simpelweg geen mensen voor mij bijzaten, en daarom was het fijn dat ik in ieder geval op hen terug kon vallen.

Althans, dat dacht ik. Het begin van de vriendschap met vereniging-persoon was ontzettend leuk. We hadden elkaar echt gevonden; we vonden elkaar heel aardig en deelden dezelfde humor. Ook was zij ook gediagnosticeerd met autisme, dus hierin vonden we veel steun bij elkaar. Kortom: het klikte.

Onze vriendschap duurde nog niet eens een jaar voordat er scheurtjes in kwamen. Ineens kwam afspreken alleen van mijn kant, en werd daar minder enthousiast op gereageerd. Toen zij eens bij mij thuis was, vertelde ze dat ze vaak met haar vriend ging darten. Ik mocht haar vriend heel erg en vond darten wel geinig, dus vroeg of ik de volgende keer mee kon gaan.

‘Ja, kan,’ was het niet erg enthousiaste antwoord.

Ook toen had ik in moeten zien dat ik er beter een punt achter kon zetten, maar ik was te bang om weer alleen te zijn om dit te kunnen doen. Trakteerde ik voor mijn verjaardag, dan was ze erbij, maar wilde ik spontaan afspreken, dan had ze het ineens te druk. 

Ik had haar op een gegeven moment geappt met de vraag of er iets scheelde. Ik kreeg het antwoord terug dat ze me al langere tijd niet heel leuk meer vond, maar het haar te weinig kon schelen om het op te lossen. Ik weet nog zo goed hoeveel pijn het deed. Ik heb haar toen een lang bericht teruggestuurd met als conclusie dat ik klaar met haar was. En dat was dat.

De ‘twilightzone’

Ondertussen was ik nog steeds bevriend met tweedeklas-persoon. Wij waren ondertussen heel erg hecht geworden, omdat we veel met elkaar hadden meegemaakt op de middelbare school, en simpelweg omdat we elkaar al heel lang kende. Ik kon altijd mijn problemen bij haar kwijt. 

Maar niet alles was rozengeur en maneschijn, integendeel zelfs. Ze had net zoals ik al vroeg ik haar leven van alles meegemaakt, en daardoor kon ze heel egocentrisch denken. Vaak was ze ervan overtuigd dat de hele wereld om haar draaide en ze mij een gunst verleende door vrienden met mij te zijn. Als we ruzie hadden (of niet) kroop ze geregeld in de slachtofferrol. Ze kon immers nooit iets fout doen.

De doorslag kwam toen ze uit het niets vertelde dat alle jaren vriendschap vanaf het examenjaar nep waren geweest. Ze had mij eigenlijk al veel langer willen dumpen, maar kon dat niet omdat ze zag hoe depressief ik was. Ze was ervan overtuigd dat ze mij een gunst had verleend. Ik maakte al haar snel duidelijk dat ik liever helemaal geen vrienden was gebleven, in plaats van een soort schijnvriendschap voor 3 jaar lang. 

Het deed mij zoveel pijn dat ik op dat moment al het gevoel uit mij voelde stromen. Dit was de zoveelste persoon die mij behandeld had als een stukje vuil en het leek alsof mijn hart zich in tweeën scheurde en voor dood in mijn borstkas bleef liggen. Daarna heb ik een hoge, dikke muur om mijzelf heen gebouwd. 

Ik was weer alleen, en dat was eigenlijk prima. Ik besloot mensen geen kans meer te geven, want ik was te vaak, te pijnlijk teleurgesteld. De muur bleef ik opbouwen en niemand, op mijn familie na, was toegestaan om dichterbij te komen.

Weer alleen

De tijd alleen heb ik ironisch gezien echt nodig gehad. Ik zat in de knoop met mijzelf; ik was depressief en wist niet goed wie ik was en wat ik wilde. Ookal was de eenzame tijd pijnlijk, het was ook effectief om dit allemaal uit de zoeken en op te lossen.

Tot in het derde jaar van mijn opleiding. Ik voelde me stukken beter, had buiten school vrienden gemaakt en stelde me langzaam binnen school open om nieuwe mensen te ontmoeten. En dat deed ik ook; uiteindelijk zat ik (met moeite) bij een groepje.

Ik werd vaak ‘vriend’ genoemd door hen, maar op één persoon na heb ik dat nooit echt zo gezien. Je voelt op een gegeven moment aan of iets ‘echt’ is of alleen leuk contact op school. Ik werd wel uitgenodigd op feestjes, maar ik kwam er al snel achter dat zij puntje bij paaltje toch liever met hun vieren omgingen.

Ik ben blij dat ik mensen had om mee om te gaan op school, maar het zou niet als een verassing komen als ik hen, nu we afgestudeerd zijn, nooit meer zie.

Veel geleerd

Ik heb veel geleerd van deze mensen in verschillende periodes. Natuurlijk heb ik liever gehad dat alle mensen oprecht zijn, maar ik heb sowieso het idee dat daar tegenwoordig maar weinig van te vinden zijn. Al helemaal als je hoofd anders werkt dan de maatschappelijke standaard.

Wat ik van omgaan van deze mensen geleerd heb is dat het een hoop pijn en gedoe scheelt als je voor jezelf kiest. Denk aan de mensen die pas na jaren nep bleken te zijn. Ik was liever toentertijd alleen geweest, dan naderhand een mes in mijn rug te krijgen. 

Ook heb ik geleerd om, hoe moeilijk dat soms ook is, mijn eigenwaarde in te zien en me te beseffen dat ik beter verdien dan mensen die maar voor 50 procent of minder voor mij gaan. Ik wil waardevolle vriendschappen waarbij ik enorm kan lachen met iemand, maar ook een diep gesprek kan hebben. Gelukkig heb ik nu buiten school vrienden waarin ik dit kan terugvinden.

Natuurlijk heb je verschillende gradaties van vriendschappen en ik ben ervan overtuigd dat je alles nodig hebt, maar mensen die minder geven dan ik, daar doe ik het echt niet meer voor.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s