Nagels

Sinds kleins af aan heb ik een fascinatie voor het versieren van mijn nagels. Ik had meestal lange nagels, zodat ik wat met die hobby kon. Schulpen, noemde mijn moeder ze. Vraag me niet waarom. Ik weet niet waarom ik voor hen koos, maar op een dag besloot ik mijn stress en ongelukkigheid te uiten op mijn vingers, met een nagelknippertje. Weg waren de bloemen, glitters en vrolijke kleuren. Wat overbleef waren ontstoken, bloederige stompjes. Mijn vingers genazen weer, maar mijn nagels hebben jaren nodig gehad om weer lang te kunnen groeien. Dat gaat met veel tijd en moeite, maar het gaat. Toen heb ik de hobby weer opgepakt. De bloemen en glitters hebben plaats gemaakt voor pentagrammen, kruizen en nepbloed, maar dat mag de pret niet drukken. Het is wederom een manier om me te uiten. En je uiten is belangrijk.

Anti-duisternis

Twee jaar geleden was ik depressief. Het duurde nogal lang, dus op een gegeven moment zocht ik hulp. Aangezien psychische hulp vinden een drama is, kwam ik terecht bij een praktijk waar ik al eerder ben geweest, toen met andere klachten. Ze had niet door hoe ver ik heen was en dacht mij met tien gesprekken te kunnen genezen. Uiteindelijk ben ik mijn eigen psycholoog maar geworden, wat wel hielp. En laatst schoot het me ineens te binnen dat er ook medicijnen voor zijn. Helaas met nare bijwerkingen, waardoor ik sowieso nee had gezegd, maar ik had hem zonder ook niet willen slikken. Dit is iets wat ik zelf heb moeten doen. Hoe dan ook ben ik wel benieuwd. Had ik echt na zes weken verschil gevoeld? Hoe zou mijn lichaam erop reageren? En wat als het uitgewerkt is, merk ik dan hoe nep deze genezing is? Ik weet niet of het me uiteindelijk zou hebben geholpen. En wanneer het weleens terugkomt, wil ik er zeker van zijn dat ikzelf wederom sterk genoeg ben.